BEERPUT OUDE DELFT 22
Op 26 juli 1980 heb ik samen met bevriende amateur-archeologen en verzamelaars een beerput leeg gegraven achter het huis Oude Delft 22. De achtertuin, waar de beerput zich bevond, was bereikbaar via een lange poort aan de linkerzijde langs het huis. Het huidige pand werd in 1899 gebouwd en is een Art Nouveau-herenhuis, ontworpen door architect G. Versteeg.

Kaart figuratief 1678 Het gedeelte waar het pand zich bevond
Voor 1736 behoorde de bebouwing op deze locatie, evenals de aangrenzende panden Oude Delft 24 en 20, toe aan de bierbrouwerij De Drie Hoefijzers (De Drije Houffysers), die gevestigd was aan de volgende gracht, op de Korenmarkt 41. De drie panden aan de Oude Delft maakten deel uit van het achtererf van de brouwerij.
Halverwege de 16e eeuw was de brouwerij aan de Korenmarkt 41 reeds gevestigd, maar wanneer de drie panden aan de Oude Delft aan de brouwerij werden toegevoegd, is onduidelijk. Gezien de datering van de vondsten moet de beerput of kelder reeds hebben toebehoord aan een pand dat daar vóór die tijd al stond.
De rode pijl op de kaart geeft figuurlijk aan waar de beerkelder zich ongeveer bevond. Het zou dus kunnen dat deze kelder toebehoorde aan een pand op de locatie Oude Delft 22, maar waarschijnlijker is dat hij behoorde tot een achterliggend pand tussen de Oude Delft en de Korenmarkt.

De beerput was 2 meter breed en 3 meter diep. De lengte van de put is onbekend, omdat één wand aan de zijde van het huis ongeveer 3 meter vanaf de achtergevel niet meer aanwezig was. De bovenbouw, het dak en het stort waren eveneens verdwenen. De bodem bestond uit zeeklei, die op een specifieke wijze was uitgegraven.


Schets van de bodem hoe de zeeklei was uitgegraven en ingang van de kelder.
Oorspronkelijk was de beerput een kelder, gezien de rechthoekige vorm. Aan de noordzijde vonden we bovendien de voormalige kelderingang terug, die was dichtgestapeld met kloostermoppen. Achter de ingang was niets meer terug te vinden van een trap of gang naar boven.
In de bovenlaag van de put bevonden zich veel stenen, zand en grote stukken hout. Verder bestond de inhoud van de put uit beer. De eerste vondsten waren scherven van 16e-eeuwse potten; dieper werden fragmenten aangetroffen uit de 15e en 14e eeuw.
De kelder is dus aan het einde van de 14e eeuw als beerput in gebruik genomen en behoorde waarschijnlijk tot een huis dat dateerde uit de 14e eeuw of eerder.
Zeldzaam aan deze put waren twee tinnen vondsten: een grote Hanzekan uit de 15e eeuw, waarvan helaas het deksel ontbrak, en een tinnen pispot uit de 16e eeuw met een Delfts keurmerk in het handvat. De pispot is aan de eigenaar van het pand gegeven.

Tinnen Hanzenkan 15e eeuw
FOTOREPORTAGE VAN HET LEEG HALEN VAN DE PUT

Soms moest er ook pauze gehouden worden om de klus vol te houden




En na de pauze weer doorgraven

Gat gedicht
Het leeghalen van de put, het weer dichtgooien en het egaliseren van de tuin heeft in totaal twee volle dagen geduurd. Daarna kon de tuinman aan de slag om de tuin op te knappen.
Vervolgens begon het sorteren en wassen van de scherven en het kijken welke stukken aan elkaar pasten. Pas daarna konden de opgegraven voorwerpen worden verdeeld onder de gravers en aan de verzamelingen worden toegevoegd.

Het wassen van de scherven

Groepje aardewerk uit eind 14 eeuw begin 15e eeuw die in mijn verzameling belandde