Teunis Willemsz. de Vink was pijpenmaker in Gouda en legde zijn gildeproef af op 3 juni 1695. Hij was actief als pijpenmaker van 1695 tot aan zijn overlijden in 1721. Na zijn dood zette zijn weduwe, Anna Jacobs Lunenburg, het bedrijf nog korte tijd voort in 1721.
De Vink gebruikte het merk DV van 1695 tot circa 1698, en vervolgens het merk HHH van circa 1698 tot 1721. In 1721 ging het merk HHH voor een korte periode over op Elisabeth de Groot, weduwe van Frans Damman.

Een pijp met reliëfdecoratie, met de voorstelling van een koning met scepter en rijksappel en het wapen van Delft, voorzien van het merk TDV, wordt aan hem toegeschreven.

Bekijk 1126 met hielmerk HHH

Bekijk 40 en D-1431 met reliëfmerk Koning met scepter en rijksappel / Wapen van Delft TDV

Teunis Willemsz. de Vink was a pipe maker in Gouda who passed his guild test on June 3, 1695. He was active as a pipe maker from 1695 until his death in 1721. After his passing, his widow, Anna Jacobs Lunenburg, continued the business for a short time in 1721.
De Vink used the mark DV from 1695 to around 1698, and then the mark HHH from around 1698 until 1721. In 1721, the HHH mark was briefly taken over by Elisabeth de Groot, widow of Frans Damman.

A pipe with relief ornamentation showing a king with sceptre and orb, accompanied by the coat of arms of Delft and bearing the mark TDV, is attributed to him.