De pijpenmakerij in Utrecht heeft een rijke geschiedenis, al is deze minder bekend dan die van Gouda, de onbetwiste pijpenhoofdstad van Nederland. Hieronder een overzicht van de belangrijkste aspecten van de Utrechtse pijpenindustrie:

Geschiedenis en locatie

  • De Utrechtse pijpenindustrie ontstond vroeg in de 17e eeuw. De eerste pijpenmakers waren waarschijnlijk Engelse en Schotse soldaten die in de stad gelegerd waren.

  • De meeste pijpenmakerijen bevonden zich in het gerecht Lauwerecht, net ten noorden van de stad. Dit had te maken met het feit dat pottenbakkers, die de pijpen moesten bakken, hier al sinds de 14e eeuw gevestigd waren vanwege het brandgevaar. Omdat de ongebakken pijpen erg kwetsbaar waren, vestigden de pijpenmakers zich zo dicht mogelijk bij de ovens.

Kenmerken van Utrechtse pijpen

  • Utrechtse pijpen onderscheiden zich door hun relatief slanke en recht opstaande kopmodel, vooral in de vroege periode (begin 17e eeuw).

  • Vaak zijn de pijpen voorzien van het wapen van Utrecht. Soms staat dit wapen gekroond op de hiel of als zijmerk op de pijpenkop.

  • Bekende merken en initialen op Utrechtse pijpen zijn onder andere:

    • "De Zwaan": Dit merk werd veel gebruikt door pijpenmakers rond de Vecht in de wijk Lauwerecht.

    • Gekroonde initialen, zoals IP (Joseph Peex), DVS (David van Sorgen) en HVS (Hendrik Versluijs).

  • De kwaliteit van de Utrechtse pijpen was over het algemeen wat minder dan die van de Goudse pijpen, die bekend stonden om hun fijne afwerking. Dit is te zien aan de gravering van merken, die in Utrechtse versies vaak minder nauwkeurig en primitiever zijn.

Vergelijking met Gouda

  • Hoewel Utrecht pijpen produceerde, kon de stad niet concurreren met de enorme schaal en kwaliteit van de pijpenindustrie in Gouda. Gouda was vanaf 1630-1640 de pijpenstad bij uitstek en exporteerde haar producten over de hele wereld.

  • Desondanks was Utrecht een belangrijke lokale markt, en andere pijpensteden zoals Schoonhoven en Gorinchem probeerden de Utrechtse markt te veroveren met goedkopere pijpen.

  • In 1752 nam de stad Utrecht maatregelen om de lokale pijpenmakers te beschermen, door een heffing in te voeren op pijpen van buitenaf. Hierdoor nam de populariteit van het Utrechtse wapen als decoratie op pijpen van buiten de stad snel af.

Bekende Utrechtse pijpenmakers

Hoewel veel Utrechtse pijpenmakers anoniem bleven, zijn er enkele namen bekend uit archiefonderzoek en vondsten:

  • Arie van Tergouw

  • Joseph Peex

  • David van Sorgen

  • Hendrik Versluijs

  • Jan Rogman